Pel en snijd de ajuinen in ringen.
Snijd de selder in maantjes.
Spoel de mosselen een keer of 3 in koud water en verwijder de vuiligheden (baard, kleine schelpdieren, onreinheden).
Neem een mosselpot en fruit de groenten aan in wat boter.
Voeg de mosselen en het geuzebier toe.
Kruiden met veel peper en bouqet garni.
Breng aan de kook en laat met afgesloten deksel een minuutje of 6 pruttelen.
Schud af en toe op.
Als de mosselen gaar zijn, haal je ze uit de schelp en houd ze apart in een schotel.
Giet het mosselvocht door een zeef met een handdoek om het schelpgruis op te vangen.
Laat het mosselvocht inkoken samen met de room tot je wat binding krijgt, maar het nog geen saus is.
Proef de saus af met de mosterd, peper, zout en de fijngehakte kruiden.
Neem was saus in een potje en warm hierin de mosselen op.
Plaats de mixer in de rest van de saus en schuim luchtig op.
Verdeel de mosselen over de borden en overgiet met de schuimige saus.
Dien op met ciabattabrood.