Door gebruik te maken van een pendelkaart vergroot je het bereik van je pendel dan de basisvraagmethode ja/neen/misschien. Dit is wel al een gevorderde pendeltechniek, je moet het pendelen dus al heel goed onder controle hebben om hier de vruchten van te plukken. Hou dus vol, gebruik je pendel elke dag. Het hoeft niet lang te zijn of wereldschokkends wat je wilt vragen. Het is het pendelgevoel dat volledig aanwezig moet zijn. Het pendelen zelf op een pendelkaart of pendeluitlijning is zo gemakkelijk als de basisvraagmethode, maar de interpretatie en het gevoel ervan moet je leren.
Je kan onbeperkt pendelkaarten samenstellen, getekend, je kan objecten op tafel plaatsen van gelijk welk onderwerp. Laat hier je intuïtie de leiding in nemen. Het principe geldt voor alle opstellingen. Laat uw pendel gebruik maken van referentiepunten op de pendelkaart zodat de pendel u het antwoord kan tonen. De gemakkelijkste pendelkaart is de halve cirkel. In deze alfanumerieke pendelkaart kan je alles vragen dat kan beantwoord worden met letters, cijfers, percentages, enz.
Positioneer uw pendel een paar centimeter boven de inkeping van de pendelkaart. Vraag uw pendel aan te duiden op de pendelkaart waar nummertje 1 moeten komen bijvoorbeeld, de letter A, enz. Zo stel je volledig uw pendelkaart samen op maat.
Je kan zo een kaart ook snel maken, op een papiertje teken je de hoofdlijnen en je bent vertrokken.
Download hier je document om af te printen.