De aubergine (Solanum melongena) wordt ook wel 'eierplant' of 'eiervrucht' genoemd. Die naam is afgeleid van het Engelse eggplant. Wilde aubergines hebben namelijk het formaat en de kleur van een kippenei. In oude termen wordt ook van 'melanzaanappel' gesproken.
Het woord "aubergine" komt van het Sanskriet woord "vatinganah" dat faarten, puffen of weggaan betekent. Uit het Sankskriet werd het in het Perzisch "badingan", daarna in het Arabisch "as al-badhinjan". In het Catalaans is het "alberginia", en dit werd door de Fransen verbasterd tot aubergine. De Engelsen namen het woord over in de late achttiende eeuw.
In China en India is deze groente al duizenden jaren bekend.
De aubergine die wij kennen, heeft een glanzende donkerpaarse schil en bijna wit vruchtvlees. De smaak is heel neutraal. Dat heeft het voordeel dat aubergine met bijna elk ander ingredient kan worden gecombineerd. In het bijzonder met 'stevige' smaakmakers als knoflook of geurige groene kruiden, als marjolein en basilicum. Nog een voordeel is, dat aubergine veel gezonde vezels bevat en slechts 16 kcal per 100 gram levert.
Bron : wikipedia - meer informatie op deze site