Fileer de kwartels zodat het borstje nog aan het billetje hangt.
Kruid met peper en zout.
Bak ze aan beide zijden in wat boter.
Pers de mandarijntjes.
Hou de kwartels apart als ze gaar zijn en blus de pan met het sap, de suiker en de azijn.
Laat het geheel voor de helft inkoken.
Werk dan op met de rest van de boter tot de saus gebonden is.
Voeg eventueel nog wat beentjes van de mandarijntjes toe aan de saus.