Snipper de ajuin.
Snijd het spek, de appel en de augurk in brunoise (dobbelsteentjes).
Hak de peterselie fijn.
Meng in een schaal de ajuin, spek, appel, augurk en peterselie.
Kruid met peper en zout.
Leg één kalfslapje per keer tussen twee stukken vetvrij papier en plet het met een deegrol tot het egaal dun is.
Werk terug met één kalfslapje per keer.
Wrijf de kalfslapjes in met peper en zout.
Bestrijk wat de binnenzijde gaat worden met mosterd.
Verdeel het groenten-spek mengsel over de kalfslapjes.
Klap aan de lange zijde de lappen wat in en rol op.
Zet vast met een tandenstoker of knoop dicht met keukentouw.
Smelt intussen de boter met de olie en bak de rolletjes rondom bruin in 10 minuten.
Schenk er dan de wijn en de fond bij.
Kruid met peper en zout.
Breng langzaam aan de kook en laat dan zachtjes sudderen tot de rolletjes gaar zijn.
Neem de rolletjes uit de pan en houd ze warm onder aluminiumfolie.
Laat de saus inkoken tot sausdikte of dik aan met een maïzenapapje.
Hiervoor neem je wat saus uit de pan en leng dit aan met maïzena.
Roer het er terug onder.
Proef de saus af met peper en zout en serveer meteen.