Kuis de kip en spoel goed uit.
Leg ze in een grote kom.
Zet ze onder met het water.
Snijd de selder, de wortel en de prei grof.
Was grondig en voeg bij de kip.
Snijd het houterige gedeelte van de asperges af en schil ze met een dunschiller.
Voeg dit allemaal bij de kip.
Leg de geschilde asperges in water zodat ze niet uitdrogen.
Pel de ajuin en besteek hem met de kruidnagels, voeg bij de kip.
Kruid het geheel met tijm, laurier, peper en zout.
Breng aan de kook en laat een uurtje zachtjes sudderen zonder deksel.
Neem de gare kip uit de bouillon en laat wat afkoelen.
Zeef de bouillon en doe het terug in de kom.
Breng aan de kook en laat hierin de asperges 1 minuut doorkoken.
Neem van het vuur en plaats een deksel op de pan en zet weg.
Als de asperges gaar zijn, zullen ze naar de bodem zakken.
Je mag ze gewoon laten staan, ze zullen nooit overgaar worden.
Verwijder het vlees van de kip en snijd in hapklare brokken.
Meet 1 liter bouillon af.
Meng de boter met de bloem en laat dit op een zacht vuurtje sueren tot het naar koekjesdeeg ruikt.
Voeg hier beetje bij beetje de bouillon aan toe totdat je een glad mengsel bekomt.
Laat dit nog een tiental minuten zachtjes doorkoken totdat de bloemsmaak weg is.
Voeg er de kippenbrokjes aan toe en laat goed doorwarmen.
Kruid af met peper, zout en muskaatnoot.
Snijd de asperges in hapklare stukken en roer het door de vol-au-vent.
Serveer meteen.