Neem een kom en giet er het water in samen met het citroensap.
Schil de appelen en verwijder het klokhuis.
Snijd ze in brunoise (dobbelsteentjes) of in maantjes.
Roer ze goed door het citroenwater zodat ze niet beginnen bruinen.
Kruid ze met kaneel, kruidnagel en suiker.
Breng het geheel aan de kook en roer af en toe op.
Laat ze zachtjes garen onder deksel.
Na een kwartier tot 20 minuutjes is de appelmoes klaar.
Verwijder de kruidnagel en stamp tot moes met een pureestamper.
Kruid bij met suiker en kaneel naar wens.