Was de waterkers.
Schil de aardappelen, was ze en snijd in brunoise (dobbelsteentjes).
Halveer en was de prei.
Snijd in dunne ringen.
Cutter de waterkers fijn.
Smelt de boter met de olie in een pan op een matig vuur.
Voeg de aardappel en de prei toe.
Roerbak een paar minuten tot ze de boter hebben opgenomen, maar nog niet kleuren.
Voeg er de wijn bij en breng aan de kook.
Laat tot de helft inkoken.
Voeg er dan de bouillon bij en breng terug aan de kook.
Zet het vuur laag en laat 25 minuten zachtjes koken.
De aardappelblokjes moeten uiteen vallen.
Voeg er dan de waterkerspulp bij en laat nog 3 minuten sudderen.
Haal van het vuur en mix met een staafmixer glad.
Schenk de soep door een zeef en giet hem terug in de schoongemaakte kom.
Breng tot net onder het kookpunt.
Klop de eierdooier met de room en een eetlepel hete soep.
Roer dit mengsel door de soep en breng op smaak met peper en zout.
Giet de soep in voorverwarmde kommen en roer een klein beetje room in elke kom en garneer eventueel met wat waterkers.