Verdeel de ossenstaart in stukken.
Pel de ajuin en steek langs beiden uiteinden 2 kruidnagels in de ajuin.
Verdeel de prei in drie stukken en was grondig.
Was de selderstengels.
Schraap de wortel.
Pel het teentje look.
Vul een kookpot met dikke bodem met water.
Voeg er de ajuin, de selder, de wortel, de prei, het teentje look, de ossestaart en het bouquet garni aan toe.
Breng het geheel aan de kook en schuim af.
Laat het 4 uur sudderen op een klein vuur totdat het vlees van de beentjes valt.
Zeef de bouillon door een grote puntzeef en bewaar het vlees.
Haal het overige vlees ook van de beentjes.
Zeef de bouillon nogmaals, maar nu door een fijne zeefdoek.
Breng de bouillon op smaak met peper en zout.
Snipper de dragon.
Schik het vlees in diepe borden of soepkommetjes en overgiet met de bouillon.
Overstrooi met wat dragon en dien op.