Schil de aardappelen en snijd in brunoise (dobbelsteentjes).
Snipper de sjalotten.
Smelt boter in een kom en stoof hierin de sjalot.
Bevochtig met de gevogeltebouillon en voeg de aardappelen toe.
Laat ze rustig garen.
Giet af en droog op laag vuur.
Pureer de aardappelen en proef af met peper, zout en nootmuskaat.
Vorm de puree in balletjes of een andere gewenste vorm.
Klop het eiwit op met de olie, peper en zout.
Rol de balletjes eerst door de bloem en klop er het meeste af.
Rol ze daarna door het eiwit.
Paneer ze op het laatst met de panko.
Plaats de kroketjes een half uur in de koelkast zodat alles goed kan aantrekken.
Frituur goudbruin op 180°C.