Verdeel de kip in 10 stukken (de bouten en de filets in twee, de vleugels apart).
Smelt de boter in een grote braadpan en braad hierin de stukken kip aan.
Kruid heel goed met peper en zout.
Maak de wortel en de selder schoon en snijd in grove brunoise.
Pel de ajuin en besteek met de kruidnagel.
Pel de teentjes look en voeg ze bij de stukken kip, samen met de tijm, ajuin, wortel en selder.
Strooi de bloem erover.
Voeg dan zoveel water erbij tot alle stukken net onderstaan.
Roer even doorelkaar en breng dan aan de kook.
Dek af en laat 45 minuten zachtjes sudderen.
Haal de stukken kip uit de pan en houd warm.
Zeef het kookvocht.
Pers een halve citroen.
Meng de room met de eierdooiers en roer dit door het hete kookvocht.
Voeg op het laatste moment het citroensap toe.
Proef de saus af met peper en zout en giet ze over de stukken kip.
Men kan alles nu nog even opwarmen, maar laat zeker niet meer koken.
Serveer met rijst of gekookte aardappelen.