Neem de helft van het water en los hierin op een klein vuur de suiker op.
Als de suiker opgelost is draai je het vuur op de hoogste stand.
Laat de siroop inkoken en karameliseren tot je de gewenste kleur bekomen hebt. (opgepast voor brandwonden!)
Het suikerwater zal opspatten en langs de rand van de kookpot blijven plakken.
Door met een nat borsteltje deze opgespatte suiker weg te vegen, voorkom je dat deze druppels aanbranden en zal je een hoop last besparen bij de afwas.
Als de siroop een karamelkleur gekregen heeft, blus je met de rest van het water.
Op die manier blijft de gewenste kleur behouden.
Laat het geheel loskoken zonder te roeren.
Laat afkoelen.
De saus wordt meestal koud geserveerd en ze wordt bij voorkeur in een afgesloten plastic of glazen fles bewaard.