Schraap de wortels en snijd ze in plakjes van 5 mm dikte.
Hak de peterselie fijn.
Smelt de boter in een pan op matig vuur.
Roer er de wortels door en kruid dan af met suiker, peper en zout.
Schenk er zoveel water aan toe totdat de wortel 5 cm onderstaan en breng ze aan de kook.
Zet het vuur lager en laat de wortels sudderen tot ze gaar zijn en al het vocht verdampt is.
Kruid af met peper en zout en garneer met de peterselie.