Schil de appelen.
Snijd ze in brunoise (dobbelsteentjes) of in maantjes.
Zet ze op het vuur met 8 el water en de suiker.
Laat ze zachtjes garen onder deksel.
Kruid op het laatst af met een snuifje kaneel.
Bak de bloedworsten in schuimende boter zachtjes zodat ze niet scheuren.
Verdeel de appelmoes over de borden, leg er een bloedworst op en versier eventueel met wat peterselie.