Schraap de wortel en snijd in grove stukken.
Was de prei en snijd in grove stukken.
Was de selder.
Pel de ajuin en snijd in vier.
Pel de look.
Kook de kip gaar in gevogeltebouillon tezamen met de wortel, prei, selder, ajuin, look en het bouquet garni.
Neem na een uur de kip uit de pan.
Zeef de bouillon.
Maak een roux van de boter en de bloem.
Maak het begin van een béchamelsaus met de melk en werk daarna verder met de bouillon.
Pers de halve citroen.
Kruid de veloutésaus met peper, zout, citroensap en kerriepoeder.
Snijd de kip in stukken en voeg ze toe aan de saus.
Warm alles nog eens goed door en serveer met rijst en spinazie.