Ontvel de tomaten en hak ze fijn.
Hak de blaadjes van de bladpeterselie en de munt grof.
Pers de twee citroenen.
Snijd de pijpajuintjes fijn.
Maak de bladeren los van de kropsla, was en ze en droog ze.
Doe de bulgur in een zeef, spoel af onder koud water en stort in een kom.
Overgiet hem met heet water en laat een half uur wellen.
Giet de bulgur af in een zeef en dep hem in een theedoek droog.
Doe de bulgur in een schone kom.
Meng de peterselie met de tomaat, pijpajuin, munt, specerijen, citroensap en olijfolie door de bulgur.
Proef af met peper en zout.
Garneer met de kropsla en dien op.