Oorsprong :
 
De twee soorten bonenkruid, het eenjarig bonenkruid (Satureja hortensis L.) en het bergbonenkruid (Satureja montana L) lijken veel op elkaar. Ze groeien beide ruig en ongelijkmatig en hebben zwakke, houtige, zich vertakkende stengels. Ze worden 30 tot 50 cm hoog.
Het eenjarig bonenkruid bezit een sterk ontwikkelde hoofdwortel net als het overblijvend bonenkruid dat ook sterk vertakte zijwortels heeft.
De stengel van het overblijvend bonenkruid is vrijwel gelijk aan die van eenjarig bonenkruid, maar verhout sneller en is niet violet getint. De stengels zijn kort behaard en vertonen talrijke grote klierschubben.
De plant bezit talrijke, groene, glanzende, lijn-lancetvormige blaadjes, beiderzijds spits toelopend, die aan de gave randen met fijne haartjes zijn bezet. Ze staan tegenover elkaar en zijn aan beide zijden eveneens met grote klierschubben bedekt. Als er niet wordt geoogst verkleurt het blad in de nazomer tot dieppaars.
De kleine bloempjes zitten weggedoken in de bladoksels. Meestal staan er drie tot zeven bijeen in schijnkransen. Ze zijn duidelijk gesteeld en krijgen veel bezoek van bijen. De kleurschakering gaat van paarsrood, lichtrood tot witachtig met donkerrode stippen. De bloem-kelk is grijs.
Bloeitijd : van juli tot oktober.
Bonenkruid houdt van veel zon en een voedzame grond.
De eenjarige soort is een moestuinplant en heeft een korte groeitijd van ongeveer vier maanden en wordt niet hoger dan 35 cm.
Het meerjarige bonenkruid kan vijf jaar groeien en bereikt een hoogte van 50 cm.
Herkomst : uit het gebied van de Zwarte- en de Middellandse Zee.
Het meerjarige bonenkruid treft men thans in het wild aan in Zuid-Europa, de Balkan en in Zuid-Rusland tot aan de Kaukasus. Het komt voor op oevers en op zonnige plaatsen. Deze soort kan men als plant kopen.
 
Keuken :
 
De smaak is enigszins bitter. Eenjarig bonenkruid smaakt zoeter en minder pikant dan het overblijvend bonenkruid.
In de oudheid hadden de Romeinen een voorliefde voor bonenkruidsaus, die met azijn aangemaakt bij vis- en vleesschotels op dezelfde manier als muntsaus op tafel kwam. De meeste koks hadden hun eigen recepten voor het gebruik van bonenkruid. Ze verwerkten het in vulsels voor kalfsvlees en kalkoen, in sausen voor vis en andere gerechten, in worst en varkensvleespasteien. Bij ons wordt het tegenwoordig vrijwel alleen gebruikt in combinatie met tuinbonen en andere bonen en erwten. Het bestrijdt een beruchte bijwerking van deze peulvruchten, nl. de vorming van darmgas. Het bonenkruid bewijst ook uitstekende diensten door zetmeelspijzen en zware wildschotels lichter verteerbaar te maken. Het wordt als toekruid gebruikt om rauwkostschotels, azijn, peulvruchten en soepen op smaak te brengen. Men kookt de blaadjes mee met alle soorten peulvruchten. Men gebruikt bonenkruid of keule ook in soep en saus, bijvoorbeeld in combinatie met tijm bij witte bonen, en bij het inmaken van augurken. Bij ingemaakte snij- en sperziebonen heeft het 't nut dat het de inmaaksmaak wegneemt. Dosering: een paar takjes door de rauwkost of soep.
 
Geneeskracht :
 
In de natuurgeneeswijze en in de homeopathie wordt het bonenkruid gebruikt als anti-diarreemiddel (omwille van de etherische olie en van de looistoffen), als carminativum en stomachicum. De drogerij wordt nuttig aangewend bij gastroenteritis, gastralgien en slecht ruikende stoelgang. Bonenkruid wordt gunstig gecombineerd met gastrosedativa zoals valeriaan, munt of melisse. Het bonenkruid wordt zoals de meeste aromatische kruiden en in het bijzonder die van de familie der Labiatae, gebruikt als antiseptisch middel en algeheel tonicum. Wordt ook veel gebruikt als tonicum voor mensen die frigide of impotent zijn, en ter behandeling van alle koortsen. Om de adem te verbeteren, maag en ingewanden te ventileren. Als zenuwsterkend middel, ook als tonicum voor de voortplantingsorganen; om onregelmatige menstruatie te corrigeren. Als zweetafdrijvend middel en om wormen af te drijven, bij allerlei catarre, bij jicht, bij neusbloeding. Het bonenkruid heeft, als een van de weinige kruiden, een gunstige uitwerking bij te lage bloeddruk. Bonenkruidaftreksel wordt aanbevolen als dorstlessende drank voor diabetici (4,3-gr kruid per 2 koppen). Bonenkruidthee bevordert ook de spijsvertering. Een sterk aftreksel van bonenkruid, op de nuchtere maag gedronken, blijkt ook een probaat middel te zijn tegen ingewandswormen en blijft er een restje thee achter, geen nood - dat is dan een prima huidlotion zoals ook de blaadjes waarvan men thee getrokken heeft, nog dienst kunnen doen als kompres op plaatsen waar de huid minder fraai is. Het wordt ook gebruikt ter behandeling van wind bij kinderen, diarree, verkoudheid.
 
Varia :
 
Bloeiende takjes bonenkruid kunnen in de kleren- en linnenkast worden gelegd om motten en zilvervisjes te weren. Gekneusd blad is volgens oude boerenopvattingen een remedie tegen bijen- en wespensteken.