Snijd de kippenfilets in brunoise (dobbelsteentjes).
Kruid ze met kippenkruiden, peper en zout.
Roer er arachide-olie door zodat alles goed bedekt is met olie en kruiden.
Plaats in de koelkast tot gebruik.
Rasp de Parmezaanse kaas.
Snipper de ajuin en het knoflook.
Breng de gevogeltebouillon aan de kook en houd tegen het kookpunt aan.
Verwarm een bodem arachide-olie in een grote pan met dikke bodem.
Fruit er de ajuin en de looksnippers in tot ze glazig zijn, maar laat ze zeker niet kleuren.
Doe er de risottorijst bij en roerbak een minuut tot deze ook glazig wordt.
Blus met de witte wijn en laat volledig inkoken.
Voeg er pollepel na pollepel de warme bouillon bij.
Wacht tot het vocht volledig is opgenomen voor je er een nieuwe pollepel aan toevoegt.
Roer constant door de risotto.
Na ongeveer 18 minuten is de risotto klaar.
Als je er van proeft moet hij beetgaar zijn en mogen er geen harde stukje meer in voorkomen.
Roer er, van het vuur, de Parmezaanse kaas door.
Kruid met peper en zout.
Verhit een wok met arachide-olie en laat dampend heet worden.
Roerbak snel de kippenblokjes gaar.
Roer het limoensap door de olijfolie.
Serveer de risottorijst met de kippenblokjes en druppel er de olijfolie over.