Was de peren en wrijf ze goed droog.
Snijd ze in vier en halveer ze nog eens.
Doe ze over in een pan en zet ze net onder water.
Breng aan de kook en laat ze 2 tot 3 uur zachtjes sudderen tot ze uiteenvallen.
Bedek een zeef met een kaasdoek.
Zet deze zeef in een grote kom.
Giet de kweeperen in deze zeef en laat ze rustig uitlekken.
Knijp het laatste er ook uit.
Meet de hoeveelheid sap af en voeg er de suiker aan toe.
500 gram per liter vocht, als je het echt zoet wilt, kan je er meer indoen naar smaak.
Hoe meer suiker je erin doet, hoe sneller de gelei gaat dikken.
Laat inkoken tot de gewenste dikte.