Snipper de sjalotten.
Doe dit over in een pot en voeg er de witte wijn, de tijm, het laurierblad, de peterselie en het paprikapoeder bij.
Laat het geheel tot 2/3 inkoken.
Kook de rode wijn met de wildfond en de jeneverbessen in.
Giet de ingekookte wittewijnsaus er bij en laat inkoken tot sausdikte.
Zeef de saus en kruid met aalbessengelei, zout en peper.