Snijd de paddestoelen in grote stukken.
Smelt 50 gram boter met 3 el olijfolie in een pan.
Bak ze gaar op een zacht vuur.
Breng ze op smaak met peper en zout.
Draai het vuur dan lager en laat zachtjes sudderen totdat al het vocht is ingekookt.
Voeg 1 dl wijn toe en laat zachtjes inkoken.
Haal de pan van het vuur en houd warm tot de risotto gaar is.
Een beetgare risotto bereik je na 17 tot 20 minuten koken.
Snipper de sjalotten.
Breng de gevogeltefonds aan de kook.
Smelt op een zacht vuurtje 125 gram boter in een pan.
Fruit de sjalotten in de boter.
Voeg de rijst toe en meng goed met de boter.
Kruid met peper en zout.
Voeg 3 dl wijn toe en breng aan de kook.
Laat inkoken terwijl je roert.
Voeg beetjes bij beetjes de gevogeltefonds toe terwijl je steeds blijft roeren.
Als de vorige hoeveelheid gevogeltefonds opgenomen is, giet je er nog wat bij.
Na een kwartier begin je te proeven of de rijst beetgaar is.
Voeg nu ook de paddestoelen erbij zodat ze nog een paar minuten goed kunnen doorwarmen.
Neem van het vuur als de risotto beetgaar is en meng er 50 gram boter en 50 gram Parmezaanse kaas door.
Serveer meteen.