Voorverwarm de oven op 220°C.
Bak de kippenlevers aan in hete boter.
Snipper de sjalotten en bak ze ook aan in wat boter.
Snijd de kippenlevers en de ganzenlever in brunoise (dobbelsteentjes).
Smelt 100 gram boter.
Hak de peterselie fijn.
Kuis de piepkuikens goed uit en dep ze droog.
Kruid ze rondom met peper en zout.
Meng de kippenlevers, de ganzenlever, de sjalotten, de boter, de peterselie met het paneermeel.
Vul hiermee de piepkuikens op.
Beboter een braadslede en leg hierin de piepkuikens.
Schuif ze gedurende een half uur in de oven, bedruip ze regelmatig met het braadvocht.
Stel de oven bij op 180°C.
Laat ze nog een kwartier verder garen.
Giet het vet uit de braadslede en roer de bakresten los met de gevogeltebouillon.
Laat inkoken en roer er voor het opdienen een 25 gram harde boter door.
Proef af met peper en zout.