Spoel de linzen onder stromend water en laat uitlekken.
Snipper het ajuintje.
Hak de koriander fijn.
Ontvel en ontpit de tomaten.
Pureer de tomaten.
Doe de linzen met ruim 1 liter water in een grote pan, breng ze aan de kook en laat ze zachtjes gaar koken gedurende 1 uur.
Roer af en toe om te zorgen dat de linzen niet aan de bodem van de pan kleven.
Pureer intussen met een staafmixer de gember en knoflook met een scheutje water tot een gladde pasta.
Verhit de olie in een steelpannetje en bak het komijnzaad tot het begint te geuren.
Doe de ajuin erbij en fruit die goudbruin.
Schenk de gember-knoflookpasta erbij en verwarm alles tot de pasta goudkleurig is en je kunt ruiken dat de knoflook gaar is.
Breng op smaak met korianderpoeder, cayennepeper, kurkuma en zout.
Doe de tomaten erbij en verwarm alles met deksel op middelhoog vuur tot al het overtollig vocht is ingekookt.
Bak de garam marsala een vijftal minuten.
Proef - de marsala moet een afgeronde smaak hebben; als dat niet zo is verwarm je hem al roerend nog enkele minuten.
Roer hem door de gare linzen en laat alles nog 10 minuten zachtjes doorkoken.
Proef of de smaak goed is, roer de verse koriander erdoor en serveer.