Zeef de bloem en het zout in een mengkom.
Snijd 45 gram van de boter in brunoise (dobbelsteentjes).
Strooi deze over de bloem.
Meng alles zodat het op broodkruim lijkt.
Kneed beetje bij beetje het water eronder zodat een zacht deeg ontstaat.
Wikkel dit in plasticfolie en laat een half uur rusten in de koelkast.
Rol het deeg dan op een licht bebloemd werkvlak tot een rechthoek van 30 cm op 10 cm.
Snijd 35 gram boter in kleine brunoise en verspreid deze gelijkmatig over de bovenste 2/3 van het deeg.
Laat een brede rand vrij.
Vouw het onderste deel van het deeg naar het midden en vouw dan het bovenste deel over het geheel.
Vouw de open einden dicht, zodat een pakje ontstaat.
Druk deze randen goed aan met een deegrol, zodat de boter niet kan ontsnappen.
Wikkel terug in plasticfolie en zet 10 minuten in de koelkast.
Geef het deeg een halve draai naar rechts.
Herhaal het uitrollen en vouwen zonder boter toe te voegen.
Wikkel terug in plasticfolie en zet 10 minuten in de koelkast.
Herhaal dit nog tweemaal en voeg elke keer 35 gram boter toe.
Rol het deeg nog een laatste keer uit zonder boter toe te voegen.
Wikkel terug in plasticfolie en zet tenminste 1 uur in de koelkast voor gebruik.