Spoel de halsjes en de kip onder koud stromend water en laat ze uitlekken.
Bind de kip op.
Was de prei.
Schil de aardappelen.
Snijd de prei in vrij dunne ringen en de aardappelen in brunoise (dobbelsteentjes).
Laat de boter smelten in een pan, voeg de prei toe en laat de ringen 3 minuten zachtjes zweten.
Voeg de aardappelen, de kip, de kippenhalsjes, 2 liter gevogeltefonds en wat zout toe.
Breng aan de kook, leg een deksel op de pan en laat het geheel 1 uur zachtjes koken.
Haal na 30 minuten de kip uit de pan.
Schep de kippenhalsjes, na 1 uur, eveneens uit de pan met behulp van een schuimspaan.
Pureer de inhoud van de pan met een mixer.
Giet de soep door een puntzeef over in een schone pan.
Snijd het borstvlees van de kip los en verwijder het vel.
Snijd het vlees in brunoise van een halve cm en houd deze even apart.
Vermeng de eierdooiers in een kom met de room en kruid met peper en zout.
Breng de kippensoep al roerende aan de kook.
Als deze te dik is, kan je ze aanlengen met nog wat gevogeltefonds.
Laat de soep een paar tellen doorkoken, haal de pan van het vuur en voeg met kleine beetjes tegelijk het dooier roommengsel toe, terwijl u krachtig klopt met een garde.
Voeg eveneens de posteleinblaadjes en de kippenblokjes toe.
Schep het schuim af en controleer of de soep voldoende gekruid is.
Dien meteen op.