Snijd de borsten en de billetjes van de wilde eend.
Hak de karkas fijn.
Snipper de ajuin en de wortels.
Zet een pan op hoog vuur en doe er wat eendenvel in zodat er de bodem ingevet is.
Bak de karkas sterk aan, maar laat niet verbranden.
Voeg er de ajuin en de wortels aan toe.
Roer er de tomatenpuree door.
Laat wat meebakken, je zal zien dat de onderkant van de pan zwart begint te kleuren.
Roer los met de rode wijn.
Giet er de gevogeltefonds bij en kruid met peper, zout, laurier, tijm en een paar geplette jeneverbessen.
Breng aan de kook en draai het vuur laag.
Laat een paar uur sudderen totdat meer dan de helft is ingekookt.
Zeef het geheel eerst door een grove zeef, daarna door een fijne zeef.
Voorverwarm de oven op 200°C.
Bak de eendenborsten eerst op de velkant en daarna op de vleeskant.
Plaats ze nog 7 minuten in de oven.
Giet ondertussen het vet uit de pan, maar houdt de aanbaksels tegen.
Blus de pan met de demi-glacesaus en laat inkoken tot sausdikte.
Proef af met peper en zout.
Serveer meteen.