Giet een liter melk in een kookpot.
Schil de knolselder.
Snijd de knolselder in grove brunoise (dobbelsteentjes).
Doe hem meteen in de melk.
Schil de gemberwortel en snijd in kleine brunoise.
Voeg ook aan de melk toe.
Doe nu zoveel water bij de melk totdat de knolselder net onderstaat.
Breng aan de kook en laat heel zacht worden.
Giet af en doe de knolselder terug in de kom.
Droog de knolselder op een zacht vuur net zoals je aardappelen droogt op het vuur.
Pureer het geheel in een blender of met een staafmixer heel fijn.
Proef af met peper en zout.