Verwarm de oven voor op 180°C.
Snijd de ajuin in plakken van 1 cm dik, we hebben 4 plakken nodig.
Splits de eieren, we hebben 6 eigelen nodig en 7 eiwitten.
Verkruimel de geitenkaas.
Rasp de Parmezaanse kaas.
Plaats de bollen knoflook en de takjes tijm op een stuk aluminiumfolie.
Bedruip met de olijfolie en vouw de folie dicht.
Zet het pakketje een uur in de oven totdat de look gaar is.
Laat afkoelen.
Druk de knoflookteentjes uit de vliezen.
Gooi de tijm en de vliezen weg.
Pureer de look met de olie.
Doe intussen de melk met de laurierblaadjes, de plakken ajuin en de kruidnagels in een pan.
Breng aan de kook en haal dan van het vuur.
Plaats een deksel op de pan en laat een half uur rusten.
Smelt 75 gram van de boter in een andere pan en voeg ineens de bloem toe.
Roer de beiden dooreen en laat 2 minuutjes sudderen, maar blijf roeren.
Breng de melk terug aan de kook en giet door een zeef.
Roer de melk nu scheutje bij scheutje door de roux.
Plaats dan terug op het vuur en blijf roeren.
Laat 10 minuten zachtjes sudderen.
Kruid af met zout, peper en cayennepeper.
Laat wat afkoelen.
Stel de oventemperatuur bij naar 200°C.
Klop nu de eierdooiers één voor één door de saus.
Houd 2 el Parmezaanse kaas apart.
Roer er het lookmengsel, de tijm , de rest van de Parmezaanse kaas en de geitenkaas door.
Gebruik de rest van de boter voor het invetten van een grote souffléschotel of voor kleine soufflépotjes.
Klop de eiwitten stijf, maar niet droog.
Spatel 6 el van het eiwitschuim door de saus.
Spatel de rest van het eiwitschuim er met een rubberen spatel door.
Giet het mengsel nu in de gewenste vorm en ga met je duim rond de rand zodat het mengsel er wat van los komt.
Bestrooi met de achtergebleven Parmezaanse kaas.
Zet de gewenste vorm op een braadslede en schuif dit in de oven.
Als je gebruik maakt van één grote vorm plaats je dit er 25 tot 30 minuten in, de kleine vormpjes 20 minuten.
Het soufflémengsel moet mooi gerezen zijn en als je er in het midden opdrukt moet het stevig aanvoelen.
Dien meteen op met een rucolasalade.