Snipper de ajuin.
Schil de wortels en snijd in kleine brunoise (dobbelsteentjes).
Was de linzen.
Hak de peterselie fijn.
Verhit de olie in een pan op matig vuur.
Roerbak de ajuin en wortel.
Pers er de look overuit.
De ajuin moet zacht zijn, maar mag niet bruinen.
Roer er dan de linzen door.
Voeg zoveel water eraan toe totdat de linzen 2,5 cm onderstaan.
Breng aan de kook en schuim af.
Zet het vuur zacht, voeg tijm en laurier toe.
Laat 10 minuutjes zachtjes sudderen onder deksel.
Neem dan het deksel van de pan en laat nog een kwartier sudderen totdat de linzen gaar zijn.
Als het water is opgenomen en de linzen zijn nog niet gaar, voeg dan nog een beetje bij.
Bak ondertussen de worsten en houd ze warm.
Als er teveel water is, giet het overtollige eraf.
Voeg de vinaigrette toe en proef af met peper en zout.
Roer de peterselie door de linzen en dien op met de worsten.