Met geld kun je een mooie hond kopen, maar alleen liefde kan hem met zijn staart laten kwispelen.
Dit ras is zeer spiritueel
De bordercollie is een middelgroot hondenras uit de groep herdershonden. Het is een populaire hond die ingezet wordt bij verschillende sporten waaronder nog steeds schapendrijven, de taak waarvoor hij oorspronkelijk werd gefokt.
De bordercollie is afkomstig uit het gebied dat men de Borders noemt, tussen Engeland en Schotland. Daar werden ze gebruikt voor het drijven en hoeden van schapen. Hoewel geschriften wijzen op een lange geschiedenis, duurde het tot 1976 tot er een officiële rasstandaard kwam. Collie betekent herdershond.
De reuen kunnen een schofthoogte bereiken van 53 cm. De teefjes blijven meestal iets kleiner. Algemeen geldt dat bordercollies harmonieus gebouwd moeten zijn. Het silhouet moet sierlijk zijn, echter zonder fijnheid. De collie moet tonen dat hij gemakkelijk in staat is om lang achter elkaar actief te zijn. De bordercollie dient uithoudingsvermogen te hebben en snel en schrander te zijn. Het lichaam moet matig lang zijn met goed gebogen ribben, diepe en tamelijk brede borstkas. Brede en sterke rug en goed gespierde en licht gebogen lendenen. Achterhand breed en gespierd, waarbij het kruis vloeiend verloopt richting staartwortel. Krachtige sprong, en tamelijk laag geplaatst. Krachtige hals, iets breder wordend naar de schouders toe.
De vachtkleur wordt bepaald door huidcellen van het type melanocyt. In de melanocyten worden pigmentgranules gevormd, die de kleurstoffen eumalanine en feomelanine bevatten. Eumalanine zorgt voor donkere kleuren (zwart, bruin, blauw), de andere kleurstof is verantwoordelijk voor de lichtere kleuren (rood, geel, tan). Tijdens de ontwikkeling van het embryo plaatsen deze cellen zich waar de kleur te zien zal zijn. Ook de kleur van de ogen wordt door deze kleurstoffen bepaald, dus een afwijking aan het oog zal meestal te wijten zijn aan deze kleurstoffen. Dit komt door bepaalde combinaties van kleuren en/of patronen waarbij iets is misgelopen tijdens de migratie. De kleuren zijn zwart, bruin, crème, blauw, lilac en sable. Binnen die kleuren kunnen ook merles en tricolours bestaan. Er zijn ook speciale gevallen zoals mottled, extreme white, split face, white face en seal white.
Volgens de rasstandaard hoort de oogkleur bij alle vachtkleuren bruin te zijn. Alleen bij de merles zijn blauwe ogen toegestaan.
bruin: komt bij de meeste kleuren voor (de kleur kan donkerbruin tot okerkleurig variëren).
blauw: blauwe ogen (gedeeltelijk of volledig) komen meestal voor bij merles.
odd eye: de hond heeft een blauw en bruin oog.
Er zijn drie verschillende oordrachten:
staand: wordt ook wel pricked ears genoemd, bij deze oordracht staan de oren volledig recht.
half staand: De oren staan een stukje recht en plooien om naar beneden.
tippend: of tipped ears, deze staan helemaal recht, behalve de top is iets omgeplooid.
Bordercollies leren van nature gemakkelijk goede veehoeders te zijn en werden daarom vooral opgeleid tot veedrijvers. Het zijn vanouds echte werkhonden. Men zag ze meestal bij schaapskuddes lopen. Als ze met kuddes werken, kunnen ze wel 100 km per dag lopen. Ze zijn dan onvermoeibaar. De afstand die ze lopen bij het drijven is heel wat anders dan het lopen naast een fiets. Ten eerste is het schapendrijven werken voor hen, zowel mentaal als fysiek. Ze moeten immers constant de schapen in het oog houden zodat er geen afdwalen en tegelijkertijd op aangeleerde commando's reageren van de herder. Wel worden regelmatig rustpauzes ingelast zodat zowel herder, honden als schapen wat kunnen rusten. Bordercollies zijn erg wendbaar en kunnen al rennend bijna in een keer 180 graden draaien en terugrennen. Ze hebben veel beweging en werk nodig, en dienen daarom veel buitenshuis actief te zijn. De hond heeft veel ruimte en tijd nodig om met een baas te trainen en te werken.
De bordercollie is heel waaks en verdedigt zijn baas en diens eigendommen fanatiek.
De bordercollie behoort tot de meer intelligente hondenrassen. Hij is snel van begrip. Bij gebrek aan werk of leiding zoekt hij voor zichzelf werk door andere dieren, zoals een troep ganzen, of zelfs een groepje wandelende mensen bij elkaar te drijven.
De bordercollies worden tussen de 11 en de 17 jaar. De snelheid bij het werken met schapen neemt af met het ouder worden. Een oudere hond kan vanaf zijn tiende levensjaar gehoor- en/of oogproblemen krijgen. Reutjes kunnen last van hun prostaat krijgen. Ook het gebit en het beendergestel kunnen langzaam slijten, en de spiertonus neemt af. Maar dat is op zich normaal voor een ouder wordende hond. Omdat de bereidheid om te werken echter tot op hoge leeftijd aanwezig blijft, moet de eigenaar er rekening mee houden dat hij een oudere hond ondanks diens enthousiasme niet te zwaar belast.
Bron: www.wikipedia.org