Met geld kun je een mooie hond kopen, maar alleen liefde kan hem met zijn staart laten kwispelen.
Dit ras is niet spiritueel
De Tatrahond is nauw verwant met de kuvasz en čuvač en vermoedelijk ook met de andere grote herders van Europa. Hij stamt direct van grote Aziatische doggen af, die meer dan duizend jaar geleden naar Europa kwamen. De Tatrahond, ook wel bekend als de Owczarek Tatrzanski of Poolse Sennenhond, is een ras dat zijn oorsprong heeft in Polen. Het ras is vernoemd naar de Tatra-bergen, waar de Tatrahond lange tijd diende als een herdershond voor schapen en vee.
Het ras heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot de 14de eeuw en het is een van de oudste herdershondenrassen ter wereld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden veel Tatrahonden gebruikt door het leger van Polen als waakhonden en bij het begeleiden van troepen. Na de oorlog raakte het ras echter in verval en bijna uitgestorven. Een kleine groep enthousiaste fokkers wist echter te voorkomen dat het ras uitstierf en sindsdien is de populariteit van de Tatrahond weer toegenomen. Vandaag de dag wordt de Tatrahond nog steeds gebruikt als herdershond in Polen, maar het ras is ook populair geworden als huisdier vanwege zijn beschermende en loyale karakter.[1]
Het ras is nu erkend door vele internationale organisaties en wordt gewaardeerd om zijn natuurlijke instincten als waakhond en om zijn aanhankelijke aard als gezinshond. De Tatrahond blijft een geliefd ras over de hele wereld en is nog steeds nauw verbonden met de geschiedenis en cultuur van Polen.
De Tatrahond heeft middelgrote, driehoekige oren, die hoog aangezet zijn. Zijn witte vacht is halflang en hij heeft een goed ontwikkelde ondervacht. Reuen bereiken een schofthoogte van 65 - 70 centimeter en teven een schofthoogte van 60 - 65 centimeter en een gewicht van respectievelijk 60 en 45 kilogram. De staartdracht is gebogen over de rug.
Bron: www.wikipedia.org