Met geld kun je een mooie hond kopen, maar alleen liefde kan hem met zijn staart laten kwispelen.
Dit ras is niet spiritueel
De Argentijnse dog (Dogo argentino) is een hondenras.
De Argentijnse dog is oorspronkelijk een jachthond, maar hij is ook een goede gezinshond, mits met strenge, liefdevolle hand opgevoed. Dr. Antonio Nores Martínez begon in 1928 met het opstellen van een eerste rasstandaard.
De Argentijnse dog is de nationale hond van Argentinië. Het ras ontstond pas in de jaren twintig en zijn schepper was Dr Antonio N. Martínez. Hij wilde een krachtige en moedige jachthond scheppen, die bovendien een goede waak- en familiehond was. De eisen die aan de hond werden gesteld waren hoog want het beoogde wild bestond uit wilde zwijnen, poema’s en jaguars. Met de Cordobaanse vechthond uit Argentinië als uitgangspunt werd daarna de gevlekte Deense dog ingekruist, evenals de Mastín del Pirineo, de Bordeauxdog, de Boxer, de Bulterriër, de Pointer en de Ierse wolfshond.
Het heeft natuurlijk lang geduurd om het ras te consolideren, maar in 1973 werd het uiteindelijk door de FCI erkend. De Argentijnse Dog is een typische eenmanshond en geen ras voor beginners. Hij is zijn gezin zeer trouw, en daarbij vriendelijk voor kinderen maar tegelijkertijd ook een scherpe waakhond. In Argentinië wordt hij nog steeds voor de jacht gebruikt.
De Argentijnse dog werd in het land van oorsprong (Argentinië) ingezet als jachthond tegen grote dieren, in het bijzonder voor de jacht op everzwijnen en poema’s. Bij de jacht werkten meerdere honden samen in een groep. Tegenwoordig wordt de Argentijnse dog gebruikt als waak-/familiehond.
In Duitsland is de Argentijnse dog in sommige deelstaten ingedeeld als vechthond. Het houden en fokken van dit ras is daar aan wettelijke regels onderworpen. In het Zwitserse kanton Wallis is houden van de Argentijnse dog sinds 1 januari 2006 verboden.
Bron: www.wikipedia.org