Voedseladditieven zijn stoffen die aan voedsel worden toegevoegd om de smaak te behouden of de smaak, het uiterlijk of andere zintuiglijke eigenschappen te verbeteren.
RIBOFLAVINE
Deze stof wordt als veilig beschouwd.
Riboflavine, ook wel vitamine B2 genoemd, is een van de voor de mens noodzakelijke vitaminen. Het is een wateroplosbaar nutriënt dat van belang is voor de menselijke gezondheid. Het is van belang bij de opbouw van co-enzymen, zoals riboflavine-5'-fosfaat en flavine-adenine-dinucleotide. Deze verbindingen spelen een belangrijke rol in de stofwisseling, celademhaling en normale groei en ontwikkeling.
Riboflavine-deficiëntie is zeldzaam en gaat meestal samen met een tekort aan andere vitamines en voedingsstoffen. Het kan relatief eenvoudig worden behandeld door orale suppletie. Omdat het een wateroplosbaar vitamine is, wordt riboflavine gemakkelijk uitgescheiden in de urine. Riboflavine komt van nature voor in vlees, vis en gevogelte, eieren, zuivelproducten, groene groenten, paddenstoelen en amandelen. In sommige landen worden graanproducten met riboflavine verrijkt.
Riboflavine werd voor het eerst geïsoleerd in 1933 en gesynthetiseerd in 1935. In zijn gezuiverde, vaste vorm is het een geeloranje, kristallijn poeder. Het wordt daarom ingezet als kleurstof in diverse levensmiddelen. Biosynthese van riboflavine vindt plaats in bacteriën, schimmels en planten, maar niet in dieren. Het kan dus enkel uit voeding worden verkregen. Riboflavine wordt op industriële schaal geproduceerd in schimmelstammen of genetisch gemodificeerde bacteriën.
Het komt onder andere in lever, gist, melk en melkproducten voor en in groentes zoals broccoli, asperges en spinazie. De dagelijks benodigde hoeveelheid wordt gedekt bij een normaal eetpatroon. Riboflavine is sterk lichtgevoelig, echter zeer warmtestabiel, zodat het bij het koken behouden blijft.
Bij zwangere vrouwen en alcoholverslaafden kan een tekort ontstaan, hetgeen zich uit in huiduitslag, huidkloofjes, jeukende ogen en lichtovergevoeligheid.
Bron : Wikipedia