Kippepasteitjes

Ingrediënt

 

• 75 gram Aardappel
• 350 gram Bladerdeeg
• 300 gram Kippefilet
• 2,5 cm Gember
• 2 tl Kurrie - Kerrie
• 1 snuifje Kristalsuiker - Tafelsuiker
• 1 mespunt Chilipoeder
• 1 mespunt Kurkuma - Geelwortel
• 1 el Arachide olie
• 1 Ajuin - Ui
• Peper
• Zout

 

Werkwijze

Kook de aardappelen, pel ze en snijd in brunoise (dobbelsteentjes).
Snipper de ajuin.
Schil de gemberwortel en rasp.
Verhit de olie in een pan.
Bak hierin de ajuin met de gember tot de ajuin licht begint te kleuren.
Voeg de aadappelblokjes, de kurkuma, het chilipoeder en het kurriepoeder toe en laat een minuutje doorbakken.
Snijd de kippefilet in brunoise en doe ze in de pan.
Giet er vier el water bij.
Laat een 10 minuutjes sudderen totdat de kip gaar is en bijna alle vloeistof verdampt is.
Kruid af met suiker, peper en zout.
Neem van het vuur en laat afkoelen.
Rol het deeg uit tot een lap van 3 mm dikte.
Druk met een uitsteekvorm hier rondjes uit.
Schep midden op elk deegrondje een beetje van het kipmengsel en klap het rondje dicht, zodat een half maantje ontstaat.
Druk de randen goed aan.
Laat een halfuur rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 160°C.
Bak de pasteitjes gedurende 20 minuten in de oven.
Men kan ze ook frituren.
Serveer warm.