Met geld kun je een mooie hond kopen, maar alleen liefde kan hem met zijn staart laten kwispelen.
Dit ras is niet spiritueel
De Duitse staande korthaar is een hondenras dat oorspronkelijk gefokt is als zeer veelzijdige gebruikshond voor de jacht.
Zijn verschijning is die van een harmonisch gebouwde hond die een krachtige, snelle indruk maakt en een edele uitstraling heeft. Hij is betrouwbaar en evenwichtig met een kalm temperament, werklustig en bereidwillig zonder zenuwachtig en dwingend te zijn.
Schofthoogte van de reuen: 62 tot 66 centimeter, teven: 58 tot 63 centimeter. Het gewicht varieert van 25 tot 35 kilogram.
Er zijn verschillende theorieën over de herkomst van de Duitse staande korthaar. Een theorie is dat de Duitse brak hond de stamvader van dit ras zou zijn. Dan is er nog de theorie dat de korthaar afstamt van de alans, dogachtige honden uit de tijd van het Romeinse Rijk. Vast staat dat Duitsland het land van oorsprong is. Dr. Kleeman verdedigde zijn opvatting dat de oorsprong van de korthaar de Spaanse pointer was, later gekruist met de hound. In de jaren 20 kwam het ras in Duitsland weer tot volledige bloei. In 1897 werd het eerste stamboek van het "Deutsch Kurzhaar Verband" uitgegeven, waarin de eerste rasstandaard van de korthaar werd beschreven.
De Duitse staande korthaar is een edele verschijning, die snelheid, kracht en uithoudingsvermogen uitstraalt, heeft uitstekende jachtkwaliteiten en beschikt over een grote veelzijdigheid. Het is een intelligente hond met een goed inschattingsvermogen. Ook is het een hond met een sterk karakter die vrij veel initiatief ontplooit, maar ook uitstekend voldoet als gezelschapshond, mits men rekening houdt met zijn karakter en zijn behoefte aan beweging en energie.
De korthaar is een allround jachthond, die prachtig werk kan laten zien, zowel voor als na het schot. Het is een ruim jagende hond die op een indrukwekkende manier wild kan aantrekken, vastzetten en voorstaan. Als apporteur is hij zeer betrouwbaar, ook als het gaat om ziek geschoten wild, zowel bij de jacht op klein wild als op waterwild. Door zijn bouw en snelheid is hij uitermate geschikt voor de vlakjacht. Net zo gemakkelijk kan hij als zweethond worden ingezet.
Kortom, de korthaar is een energieke, onvermoeibare, zorgvuldige en stijlvolle jager en een betrouwbaar apporteur. Hij getuigt dan ook van een groot jachtverstand en is een echte vriend en jachtkameraad.
De historie van de Duitse korthaar begint met honden die bij de jacht met een net op veerwild, vooral in de Middellandse Zeelanden, en bij de valkenjacht werden ingezet. Via Frankrijk, Spanje en Vlaanderen kwam de voorstaande hond bij de Duitse vorstenhoven. De belangrijkste eigenschap van deze hond was het vermogen om voor te staan. Nog meer werd een voorstaande hond vereist nadat het eerste dubbelloopsgeweer beschikbaar kwam (1750). Voor de hond werd pluimwild (gevogelte) in de vlucht neergeschoten. Dat was het begin van de overgangsperiode van een zuivere voorstaande hond tot een veelzijdige gebruikshond voor de jacht. Als beslissende basis voor de opbouw en de ontwikkeling van de fokkerij verschijnt sinds 1897 het Zuchtbuch Deutsch-Kurzhaar (Fokboek Duits Korthaar). Het was Prins Albrecht zu Solms-Braunfeld die raskenmerken, beoordelingregels van de lichaamsvorm, en ten slotte ook eenvoudige keuringsregels voor jachthonden opstelde. Tegenwoordig doorloopt de Duitse korthaar een zeef van een uiterst bijgeschaafd fok- en keuringsreglement. In de rasstandaard is vastgelegd hoe de gesteldheid van de veelzijdige gebruikshond voor de jacht moet zijn. Dat maakt hem in staat tot op hoge leeftijd aan alle eisen van de jacht te voldoen.
Bron: www.wikipedia.org